12S hoef ik mij ook Lij haar niet op te houden, om aan te toonen, dat en hoe zij ook in den toekomstigen gelukstaat Lij voortduring zal kunnen medewerken ter Levordering van onze gelukzaligheid. Alleen moet dit derhalve hier worden aangewezen van de twee overige We tenschappen of takken der afgetrokkene en ze delijke Wijsgecrtede Zielkundewelke ons ver klaart de natuur en het wezen der verscheidene krachten en vermogens van den menschelijken Geest en de Logicaof Redeleerwelke ons leert de wijze van het verbeteren van onze ver standelijke vermogens door het herdenken en mededeelcn der waarheid en het beoordeelen van dezelve volgens de blijkbaarheid Vergelijken wij nu beide deze vakken der meergemelde Wijsgeerte met liet geen wij weten van den toekomstigen gelukstaat, dan bevinden wij haar genoegzaam strookende met dien staat, om ons te kunnen beloven, dat zij in denzel- ven ook nog zullen medewerken lot vermeer dering van ons geluk. Het voorwerp trouwensmet het welke men zich bij hare beoefening bezig houdt, is de men- schelijke ziel, hare natuur, hare krachten, en de wijze om hare verstandelijke vermogens be- hoor- (p) Beattie t, a. pl,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 169