I27 wel blijven rigten en hoe voorspoedig dan ook in hunne ontwikkeling, zich blijven vermeer deren en verbeteren naar dezelfde in de natuur der ziele gegronde wetten, naar welke zij zich thans rigt. Onmisbaar is verder de strekking van de be oefening der Zielkunde en Redeleer beide, om ons nader te brengen aan, en bevorderlijk te zijn in de bereiking van het geen ook in het volgend leven zal zijn en blijven ons hoofddoel en hoogst geluk, het bestendig toenemen in zuivere, nuttige kennis, reine deugd en aan Gods eer en het algemeen en bijzonder geluk bevorderlijke werkzaamheid. Beide deze we tenschappen toch kunnen bij uitnemenlieid die nen, om ons opteleidcn tot de beschouwing, de kennis en de erkentenis der Goddelijke na tuur, der wijsheid, magt en liefde des Schep pers. Iloe zeer kan door dezelve worden be vorderd de kennis van ons zeivenvan de waar heid en van onze pligten! Hoe belangrijk is niet de invloed, dien zij zoo doende kunnen hebben op onze deugd en de nuttige en God- verheerlijkende werkzaamheden des toekomsti- gen levens. In een aantal bijzonderheden ware dit hier aan te wijzen. Dan, behalve dat elk, bij eenig nadenken, zich alles, wat hier van zou

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 171