«34 nis van bijzondere personen en van liet gansche menschelijke geslacht, trouwens, eindigt niet met hun bestaan op deze aardemaar wordt ook aan gene zijde des grafs tot in de eeu wigheid voortgezet en kan en zal buiten twij fel, ook door de gezaligden als hoogstbelang- rijk worden beschouwd en beoefend, ja voor hen gedurig zoo zeer toenemen in belangrijk heid dat wij er ons hier wel geen denkbeeld van kunnen vormen. Dat de voortdurende beoefening dezer Weten schap een uitnemend geschikt middel is, om ons in kennisdeugd en nuttige werkzaamheid belangrijke vorderingen te doen maken, onder vinden wij reeds hier in velerlei opzigten. Ook door deze hare strekking zal zij dus eene bij uitstek geschikte bezigheid opleveren voor die gelukkigen. En, schoon zij deze wetenschap niet gelijk wij zullen kunnen beoefenen door het raadple gen van oudere en nieuwere oorkonden, het vergelijken en zamenstellen van derzelver be- rigten enz.is er toch wel geen twijfel aanof dit kan op velerlei wijze worden vergoed en den gezaligden kunnen hulpmiddelen ten dien ste staan, van welke zij zich met niet minder vracht kunnen bedienendan wij van diewel ke

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 178