44 zien voorgesteld als onze bestemming en ons hoogste geluk, valt ook wel niet te miskennen. En schoon ook de wijze van beoefening van de kunst van opvoeden en onderwijzen en het gebruik der hulpmiddelen, van welke wij ons daarbij bedienen, zoo zeer anders mogen gewij zigd zijn, dan in dit leven, dat wij ons hier daar van geene voorstelling kannen maken, behoeft dit ons geene bedenking' te baren. Zeker is het toch, (om nu niet meer aan te voeren) dat wij in deze kunst, ook hier'reeds, door de praktijk de beste en zekerste vorde ringen kunnen maken, terwijl zonder dezelve alle theoriehoe zeer ook zich aanbevelende Zeer ligt in de toepassing kwalijk berekend kan worden bevondenen volgens het boven gezeg de zal er wel steeds behoefte en gelegenheid blijven bestaan tot het dadelijk in beoefening brengen van dc verkregene bekwaamheid ter op leiding van anderen tot kennis en deugd. Zoo zullen de kundigheden welke wij ons hier verkregen, door de wetenschappelijke beoefe ning van de beste wijze van opvoeden en on derwijzen en de voortdurende pogingen, om ons meer en nreer met dezelve bekend te maken, ook aan gene zijde des grafs ons nog de gewig- tigste .digpsjgn kunnw bewijzen tot vermeerde ring

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 188