*4$ ring van onze gelukzaligheid. Hoe meer wij ons toch zullen hebben bekwaam gemaakt en bij voortduring makenom hendie met ons zullen deelen in de zaligheid des Hemels, van nut te zijn, door hen op te leiden tot ken nis en Godsverheerlijkingen hoe gelukkiger Wij daarin slagen, zoo veel te gelukkiger zul len wij ons zeiven gevoelen bij de bewustheid dat wij beantwoorden aan onze bestemming, door heil en zegen rondom ons tc verspreiden en bevorderlijk aan de heiliging van Gods naam door zijne gezaligden te zijn (y Nevens de theorie van onderwijs en opvoeding schijnt mij de beoefening van het sclioone in de werken der Natuur en de voortbrengselen van kunsten en wetenschappen te moeten geplaatst worden onder die wetenschappen welke ons in de eeuwigheid van bijblijvend nut zullen kunnen zijn en daarom hier vooral ook onze beharti ging verdienen. 19. Het (z/) Ligtelijk konde ik hier uitweiden in velerlei minder of meer waarschijnlijke gissingen en bespiegelingen over het nut en genoegenhetwelk de gezaligden zullen kunnen genieten en het gebruik het welk zij zullen kunnen maken van hnnne verv. kregene bekwaamheid in het opleiden en onderwijzen van ande ren. Dan daar dit hier minder te pas komt en tot te groote uit voerigheid aanleiding zoude geven onthoude ik mij hiervan en ver- wijze alleen tot sommige tooneelen in dje Scenen iiudem Geis* terreiche von Stilling.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 189