In *5i lijkingen en berekeningen, aan welke wij hier gebonden zijn maar even mogelijk is bet toch ook, ja zelfs waarschijnlijker, dat wij na on zen dood op dezelfde of gelijksoortige wijze als gedurende ons tegenwoordige leven ons met de grootheden, welke voor ons van belang zullen zijn, zullen moeten bezig houden en zullen moeten althans hunnen bekend maken door vergelijking en berekening. Mogelijk is het dus ook, ja niet van waarschijnlijkheid ont bloot, dat de kundigheden, welke wij ons door de beoefening der Wiskunde bier hebben eigen gemaakt, ons, niet slechts ter bevordering on zer Natuurkundige kennis, maar ook in andere opzigten te stade komen in het toekomstige le ven; dat zij ons daar, door derzelver voortge zette aankweekingnuttige en aangename bezig heid verschaffen; dat wij er ook onze mede- gezaligden mede zullen kunnen dienen en dat zij zoo blijven medewerken tot vermeerdering van ons geluk. Ja veelligt bewijst de Wis kunde ons eenmaal nog ongekende en hoogst- belangrijke diensten, wanneer wij in een vol gend leven meer kennis aan en uitgebreider ovcrzigt van de onmetelijke ruimte der Schep ping verkrijgendan waar voor wij thansmeer beperkt in ons verstand en gebonden aan plaats en tijd vatbaar zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 195