"4
zigd, dan op doze aarde, voor de gelukkige
bewoners des Hemels een voorwerp van be
langstelling zal blijvenniet alleen in zoover
re zij door ons als middelen zijn gebruikt ter
vorming van onzen smaak voor bet scboone,
maar ook in zoo verre men haar zal waardig
keuren eene voortdurende beoelening.
Alhoewel er toch in bet genoegen, liet welk
ons de Dichtkunde en Welsprekenheid hier
veroorzakenen den indrukdien zij op ons
maken, veel moge zijn, liet welk ten aller-
naauwste zamenhangt met onze tegenwoordige
zinnelijke natuurzijn echter beide dat genoe
gen en die uitwerking niet van zulk eenen zin-
nelijken aard, dat zij noodzakelijk zouden moe
ten ophouden met het wegvallen van ons gro
ver stoffelijk ligchaam. Integendeel wij kunnen
ons zelfs een zuiver geestelijk wezen voorstel
len, vermaakt, onderwezen, getroffen en over
reed door eene gepaste en treffende mededee-
ling van denkbeelden en gevoelensen wie zal
ons zeggen, hoe vele overeenkomst het ont
vangen en onderling mededeelen van denkbeel
den en gevoelens zal hebben met de wijze, op
welke dit tegenwoordig geschiedt, dan, wan
neer eenmaal onze ziel met een verheerlijkt
ligchaam zal worden voorzien? In hoe vele