r^7 In de tweede plaats schijnt mij hier te moe ten volgen de Geneeskunde met hare hulpwe tenschappen als ScheikundeKruidkundeOnt leedkunde enz., in zoo verre dezelve, name lijk niet als gedeelten der Natuurkunde worden beschouwd en beoefendmaar alleen behartigd met een geneeskundig doel. Daar de Geneeskunde zich toch geheel be zig houdt met het voorkomen of genezen van ziekten en kwalen, kan dezelve, hoeveel wij ook aan haar in dit tegenwoordige leven tq danken hebbenniet meer van belang geacht worden in een volgend leven, in het welke men van alle ziekten en kwalen voor eeuwig zal bevrijd zijn. Ook de Regtsgeleerdheid en de aanverwandte W etenschappen schijnen mij verder niet te kun nen worden geteld onder dezulke, welker be oefening wij ook daarom van belang moeten achten, om dat de door dezelve verkregene kundigheden ons aan gene zijde van het graf kunnen blijven dienen tot vermeerdering van ons geluk. Immers in zoo verre zij niet als een gedeelte der zedelijke en afgetrokkene Wijs- geerte worden beoefend (/z), maar alleen behar- tigd (h) Ook het Regt der Nataur y bij voorbeeldho* ciuuw ook un

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 201