1'72 zindheden welke liem steeds zïdlen doen te werk gaan met die meewarigheidomzigtigheid en getrouwheid, hij de uitoefening van zijn eer waardig beroep, welke hein niet alleen tot den helper maar ook tot den vriend der zieken maken, en bij kunde en bekwaamheid het voor naamste sieraad zijn van den Arts. En wat den Regtsgeleerden betreft; zal hij niet zoo veel te meer bekwaam en getrouw zijn in de hand having van regt en billijkheid, in het bescher men der onderdrukten en wat verder den bra ven Regtsgeleerden tot eenen zegen voor de Maatschappij maakt, naar mate hij zich meer oefent in de wijsgerige kennis der menschelijke nature, hare aangeborene regten, driften, nei gingen en verkeerdheden? Staat niet het Na- tuurregt in zulk een naauw verband met de wijsgerige Zedekunde, dat ook de laastgemel- de wetenschap voor den Regtsgeleerden van het hoogste belang moet worden geacht? En welke gewigtige diensten kan hij van de theo rie en praktijk der Welsprekenlieid venvach ten Ook voor den Regtsgeleerden is dus over vloedige gelegenheidom aan zijne letteroefe ningen zulk eene rigting te geven, dat hij zich door dezelve blijvende schatten van kennis verzamele. Eindelijkdaar er niet weinigen zijn in de men-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 216