et is eene opmerkingwelker waarheid door eene dagelijksche ervaring bevestigd wordt, dat dingen, waar van wij weinig weten, of wier kennis voor ons met eene ondoordringbare duister nis bedekt isonze aandacht doorgaans het sterk ste tot zich trekkenen de meest geliefkoosde onderwerpen onzer bespiegeling uitmaken, (a). Zonder de onderscheidene redenen te willen aanvoerenwelke hier van zouden kunnen wor- 1. den (a) d Het duistere van het gene na dit leven plaats zal grijpen oefent zoo veel invloed op ons uit, dat het door de onzekere ver- wachting der toekomende dingenonze ziel aauhoudend tusschen hoop, en vrees doet slingeren." Zie D. Wijttenbach iti het Antwoord, op de Vraag: over de gevoelens der oude IVijsge»- ren wegens den staat der zielen na dit levenin het 4e deel, der Vcrh. van Teijlers Godgel. Genootschap1. i

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 225