et is eene opmerkingwelker waarheid
door eene dagelijksche ervaring bevestigd wordt,
dat dingen, waar van wij weinig weten, of wier
kennis voor ons met eene ondoordringbare duister
nis bedekt isonze aandacht doorgaans het sterk
ste tot zich trekkenen de meest geliefkoosde
onderwerpen onzer bespiegeling uitmaken, (a).
Zonder de onderscheidene redenen te willen
aanvoerenwelke hier van zouden kunnen wor-
1. den
(a) d Het duistere van het gene na dit leven plaats zal grijpen
oefent zoo veel invloed op ons uit, dat het door de onzekere ver-
wachting der toekomende dingenonze ziel aauhoudend tusschen
hoop, en vrees doet slingeren." Zie D. Wijttenbach iti het
Antwoord, op de Vraag: over de gevoelens der oude IVijsge»-
ren wegens den staat der zielen na dit levenin het 4e deel,
der Vcrh. van Teijlers Godgel. Genootschap1.
i