*4 bijdragen zouden kunnen leverentol vermeerde ring van het geluk der onsterfelijken Het komt mij voor, dat ten aanzien van het CCrste punt, of er waarlijk betrekking plaats grïj'petusschen dit en het aanstaande leven de overweging der volmaakbaarheid, van de verstandelijke vermogens onzer ziel, alleen ge noegzaam is, om ons het nodige licht te ver schaffen. Een pronkstuk van zijnen Schepper, is de mensch! niet slechts, wat de vorming van zijn schoon, en op de verwonderenswaardigste wijze bewerktuigd ligchaam aanbelangtmaar vooral ook, ten aanzien van zijnen redelijken Geest: de redelijke Geest, die in ons woont, denkt en werkzaam is, welk een verbazend za- menstel van onderscheidene bekende en onbeken de half ontwaakte of nog geheel sluimerende- krachten, en vermogens! Wij verliezen ons in gedachtenzoodra wij denzelven met een wijs gerig oog beschouwenen zijne vatbaarheden in haren omvang willen afmetenwelk eene gave is het geheugen, waar door wij de indruk ken

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 238