C 3o dezelve ook te weeg brenge, 'zijne tegenwoor dige neigingen niet andere zal doen verwisse len boe zeer zij ook gereinigd en gelouterd mo gen worden; waarom zouden wij ons dan be droeven, door liet norschc en stuursclie denk beeld dat die kundighedenwaarin wij wezen lijk voedzcl voor verstand en hart mogen vin den of welke ons ongemengde en zuivere genoegens konden verschaffen, ons zullen ont nomen worden door Hem, die ons de neiging en bekwaamheid tot dezelve heeft ingeschapen, en wiens wilomdat Hij de Liefde is, geene andere kan zijn, dan deze: dat wij eensin zijne nabijheidbij de hogere vorming van verstand en hart zalig zullen zijn waarom zouden wij dan ons aanwezen verbitteren door de gedachte het graf wordt eenmaal de verslindende kolk «van al het goede, groote en schoone, waar- «mede gij u zeiven verrijkt hebt, daar verzinkt hetzelveen is voor u onherstelbaar verloren te vergeefs is het daarom, dat gij aangespoord door de hope ccner zalige onsterfelijkheid uwen geest beschaaft en veredeltwant in de «aanstaande wereld staat een Newton en II a leer gelijk met den Cardibe en Kaffereen Boeriiave en de Groot met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 254