39 a! voor ons in wolken en donkerheid verborgen zijn? Neen! en wij aarselen niet ie zeggen: gccnc tegenstrijdigheid is het, dat wij op aarde zulke Wetenschappen zullen kunnen beoefenendie in de Eeuwigheid ons geluk zullen vergrooten" daar ik hoopdit gevoelen met geen geheel verwerpelijke redenen in hel derder daglicht te doen beschouwen. Vooraf evenwel, vergunne men het ons, na der het een en ander in het midden te brengen, be treilende den aart van het verblijf der ge- zaligden, in de Eeuwigheid, om daarna meer bijzonder op onze voorgedragene stelling terug te komen. A Het verblijf in dc Eeuwigheidzal ge=> zellig en werkzaam zijn. 1. Met voordacht ga ikals niet regtstreeks tot het onderwerp onzer Verhandeling behoorende, elke bepaling voorbij, waar het oord van ons toekomstig verblijf zal wezenhoe zeer wij het voor ons allerwaarschijnelijkst achten, dat de verheerlijkte aarde eens tc dien einde door den goe~

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 263