4*
zoude en in het geesten-rijkkanen
zal het niet anders zijn! ook daar zullen de
onsterfelijken zich onderling verhinden, en naar
de mate der overeenstemming hunner neigingen
den band der hemelsche vereeniging naauwer
toesnoeren; ook daar zullen zij zich verbroe
deren tot onderling geluk en volmakingen
zich vei blij den in den wederkeerigen wasdom,
in kennis en heiligheid.
Onmiskenbaar zijn voor deze gezelligheid der
toekomstde bewijzen te vinden in onze Heili
ge Jdoekcn, en bijna overal wordt in dezelve
het genot des hoogstcn geluks voorgesteld,
onder het beeld van eencn gemeenschappelijkcn
omgang. Ja de Apostel Paul us vond in
deze verwachting zelfs ecnen grond van
troost, waarmede hij de geloovigen te
Thessalonica bemoedigde laat ons, dus
schreef hijniet heclroefd zijn over onze doo-
denals of wij geene hope hadden (van hen
wedertezicn) want voegde hij er bij, eens brengt
God ons door Jezus allen bijeen, eers zullen
wij altijd bij den Heer zijn: wat meer is, bij
de roerend grootschc verheerlijking des Verlos
sers treilen wij Mozes en Eliashoezeer eeuwen
na
(i) Sic K zs v h a r.c, Chr. Moralt. i, p, m, aiX