6i
een Fx nips de tweedeeen L odewijk de
veertiende op hunne troonen stierven? waarom
verhaalt zij van de zigtbare zegeningenwelke
dikwerf het eene volk boven het anderehet
cenc werelddeel boven het andere genootdaar
toch bij God geene aanneming des persoons kan
zijn? waarom spreekt zij van zoo vele geesels
der menschheidvan oorlogenpestziekten
aardbevingen watervloeden en diergelijke
waarom maar wie zoude met de ge
schiedenis in zijne hand de lijst dezer beden
kingen niet aanmerkelijk kunnen vergrootenï
toereikend is het voor ons oogmerk slechts
eenige, die ongezocht ons in gedachte kwamen,
te hebben opgenoemd.
Nog is het hier op aarde de tijd niet van
diepere inzage in het onderling verband van
tijden en zakennog is het aanschouwen ons
niet altijd vergund, maar wordt het gelooven en
vertrouwen dikwerf een kinderlijkepligt. Edoch,
zal dit altijd zoo blijven? zal de eeuwigheid niet
veel ophelderen omtrent de wegen en leidin
gen welke God met het mcnschdom in het ge
meen en met zijne Kerk in het bijzonder ge
houden heeft van onze eigene lotgevallen is
dit