02 dit wel zeker, want hoe zoude de mensch an ders het zeer uitnemend eeuwig gewigt van heerlyhheid regt naar waarde kunnen schat ten, indien hij zich de verdrukkingen niet kon- de herinneren, onder welke hij op aarde zuch ten moest? hoe zoude hij met gejuich maai/en als hij vergeten konde, onder hoe vele tranen hij het zaad had uitgestrooid? maar! als wij onze vroegere omstandigheden herdenken zullen dan zullen wij immers ook de lotgevallen van anderen, waarmede de onze dikwerf in een on afscheidelijk verhand stonden, in ons geheugen terug moeten roepen en dan zal het ook wel geene dwaasheid heeten, te zeggen: «eens wer- pen wij ook heldere blikken op meer alge- mecne gebeurtenissen, en beschouwen dezelve «in haren zamenhang: eens ziet het onbeneveld oog de duisternissen opgeklaard de leemten aangevulden de tegenstrijdigheden welke wij kortzigtige overal mecncn opteraerkenge- heel en al uit den weg geruimd En welk eene vreugdwelk een genoegen welk eene stof tot verheerlijking Gods zal ons deze beschouwing opleveren! o! zoo de Chris ten reeds in dit leven de innigste vreugde smaakt, wanneer hij van achteren in bijzonderheden het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 286