6G geschiktom ons in onzen huidigen werkkring bij de opscherping van ons denkvermogentot juistere, vastere, grondigere redenering opte- voerenom ons beter te vormen voor de bepein zing van hooge en afgetrokkene waarhedendan die welke onder de Grieken bij uitstek den naam van Wetenschap (Mathesis) droeg, en wij met den algcmcenen naam van Wiskunde bestempelen? Is het nu bijna beslist zeker, dat naar rrtate wij ons hier beschaafd, en de vermogens onzer ziel ontwikkeld hebben, naar die mate ook de trap van beschaving zal wezen, op welken de Alwijze ons tot hoogere en hoogere opklimming plaatsen zal; hoe veel zullen dan de voorregten des genen wezen, die in het land zijner vreemde lingschap zich met eene wetenschap onledig hield, welke hem den koninklijken weg aanwees, om op de kortste en de zekerste wijze de waar heid uïttevorschen Men versta met dat alles den schrijver hier welgeenzins wil hij zeggen dat de wiskunde daarom zoude behooren be oefend te wordenwijl hij gelooftdat zij zelve in hoogere gewesten zal worden aange kweekt. Neen zeker! maar om dat haar in vloed van dien aart op de wijziging, stemming en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 290