7° len te vinden zijn tot den lof' des Alles hoogsten, dan zal het in deze kennis wezenwanneer er gens bronnen zullen onldckt worden tot veraan genaming van den omgang hier namaals, dan zal men ze in deze wetenschap aantreffenen deze drijfveren zouden dan verlamd worden, deze bronnen gestopt blijven? denke, wie zoo denken wil, maar men zie toe dat men niet door de vrees van te aardschgczind omtrent het Hemelsche te denken, zich late verleiden om den Hemel te ontnemen wat waarlijk Hemelsch is Ozoo het waar isdat de invloed des lig— chaamsaan zonde onderworpenons te dikwerf belemmert in de nasporing van waarheid en kenniszoo liet waar is dat hetzelve genigcr- mate de kerker der vlugge ziel genoemd kan wordenhoe zal het dan zijnwanneer onze geestuit zijne gevangenis ontslagenin volle vrijheid werkzaam wezen en door geene uit wendige beletselen meer gehinderd zal worden dan voorzeker zal hij eerst regt in de gelegen heid zijn, zich zeiven te leeren kennen: dan zal deze wetenschap met meer vrucht dan in het tegenwoordige leven kunnen beoefend worden, en ik verbeelde mijhoe deze beoefening meer malen de slof zal opleveren lot het eenstemmig aau "I t

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 294