5
hen, voor Christenen niet verbindend gerekend
wordenzoo blijkt als van zelf, hoe nood
zakelijk het zij volgens de bedoeling des Ge
nootschap na te gaanin hoe verre zich het
gezag dier wetten uitstrekke Om dit be
langrijke vraagstuk behoorlijk op te lossen,
zal het dunkt mij nodig zijn, acht te geven:
I. Op de Goddelijke wetten, door Mozes
aan het Israëlitische Volk gegeven zelve.
II. Op de verklaring van Jezus en de Apos
telen aangaande bet gezaghetwelk aan deze
wetten, in liet Christendom, toekomt; en het
gebruik aan te wijzen, hetwelk zij van deze
wetten hebben gemaakt.
De behoorlijke overweging dezer beide stuk
ken leid van zelf
III. Tot de bepaling der grenzen, binnen
welke het bedoelde gezag dier wetten moet ge
acht worden beperkt te zijn.
EER-
(<z) Daar het Genootschap wel uitdrukkelijk vroeg naar het ge
zag der Goddelijke wetten door Mozes aaa het Israëlitische Volk
gegevenniet naar dat van Mozes zeivenen naderhand duidelijk
had te kennen gegevendat de bedoeling niet was: Is Mozes
even als Jezus onze wetgever? Zoo meende ik dan ook deze vraag,
Wel tc moeten ouderscheiden van een andere Is Mozes en zoo
ja7 in wat opzigt 7 nog de wetgever van Christenen?