10
zelve bekleeden. Het waren tocli de eigene
woorden der Godheid tot Mozes gesproken
Gij zult mij zijn een Koningrijk van Pries-
teren en een heilig volk. Het geen de Egijp-
tisclie Priesters waren in hun vaderland de
ingewijden in de geheimenissen van de Gods
dienst, de bewaarders van bet licht der wijs-
beid, dat zouden de Israëliten zijn, onder het
gansche menschdom. Zij zouden alleen begun
stigd worden met de openbaring der geheime
raadslagen van den eenigen waren God, wel
ke Hijten nutte der wereldhad beraamd.
Onder ben alleen zoude de echte kennis en
vereering van dien Schepper van het heelal
dien lieg ter der gansche aarde welke zich reeds
aan hunne voorvaderen in den glans zijner on
zienlijke deugden en Goddelijke oppermagt,op
eene buitengewone wijze, bad bekend gemaakt,
bewaard blijven. Van hen zoude de aankon
diging van den Goddelijken wilzijne regten
inzettingen en wetten uitgaan onder de overige
volken der wereld. Aan Abraham en zijn zaad
waren de uitnemendste Goddelijke zegeningen
welke, door hen, op het ganschelijke mensche-
lijke geslacht nederdalen zouden, beschoren en
toegezegd. De Godheid was gereedom een
aanvang te maken met de bevestiging dezer
toezegging, in zoo verre dezelve betrekking had
op