'4 ne Goddelijke wetgeving was eenig in haar soort. Zij bragt de duidelijkste lcenteekenen van baren hemelscben oorsprong mede. De uitspraken van den hemelsehen Wetgever zeiven of de aankondiging van Zijnen wil, door Mo- zes Zijnen eersten staatsdienaar en vertrou weling hadden wel de naaste betrekking op de vorming en besturing van het Israëlitische Godsrijk maar zij hadden tevens ccne verder uitziende, alles omvattende, voor de Godheid alleen bereikbare' bedoeling. De zaden der al- O gemeene menschenliefde moestendoor zulk eene buitengewone staatsregeling, onder dat Godgewijde volkworden gestrooiden zul ke voorschriften van zedelijkheid aan het zelve gegeven, welke, wanneer zij van alle Israë litische omkleedsels ontdaan werdenter be sturing van het gedrag des ganschcn mensch- domsop de vruchtbaarste wijzezouden kun nen ontwikkeld en toegepast worden. Zie daar dan de verhevenste bedoelingen dei- Godheid! welke, bij de beoordeeling van het gezaghetwelk de Mozaïsche wetten hebben ter beslissing van het geen zedelijk goed of kwaadregt of onregt isin eene maatschap pij van Christenen, altijd moeten in aanmer king genomen worden. cv Welk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 324