tf Jehova's hoog ongenoegen over deszejfs schen ding, en de herhaalde vernieuwing van het zelve met de roerendste plegtighedenonder de heerlijkste verschijningen der Godheiddit alles diende ter verspreiding van den glans der Goddelijke deugden en van den diepsten eer bied voor Israels Hemelschen Koningover het gansche wereldrond. Om kort te gaan, God wilde, door de afzondering van één volk tot Zijne dienstdoor de wetten aan dit volk gegevendoor de buitengewone wijze van on- middelijk bestuur welke Hij gedurende eeni- ge eeuwenin de regeling van deszelfs lotge vallen volgen zoudede afgoderij en het bij geloof alom te keer gaan, de zedeloosheid, Welke ;net de diepste verblinding wijd en zijd gepaard gingin liareu lieilloozen vaart stuiten Hij wilde die zaden van reine Godsvrucht en de edelste deugdsbetrachting onder het mensch- dom strooijenwelke eens' den uitgebreidsten oogst zouden opleverenbij de komst van Zij nen Zoon, die de Mozaïsche huishouding met eene geheel nieuwe verwisselen zoude (e). DER- (e) Die groote Profeetdie een tweede MozES en meer dan dit kon heetenwas aan den Israëlitischen wetgever op Sinaï reeds beloofd als een opvolger, die--zijn werk zou voltooien, Deut. XVIII, 15—19. Verg, Jolt, 'I7 46. Hand, III, 22 ,20. VII ,X7 CA

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 326