i8
en, ter bevordering van beiderlei soort van
deugd en gelukzuivere denkbeelden en gevoe
lens omtrent God en Godsdienst in te boezemen,
alles van bet volk te weren, wat de bereiking
van deze oogmerken verhinderen zoude zelfs
de burgelijke inrigtingen aan dezelve dienst
baar te maken, en, bij dit alles, zicli te schik
ken naar der Israëliten denkbeelden en vatbaar
heden deze bedoeling laat Mozes in zijn gan-
sclie welhoek doorstralen. Dit is door den
hoogleeraar Muntinghe in zijne Geschied, der
menschheid naar den bijbel opzettelijk en
in bet breede betoogd en, mijns bedunkens,
overtuigend aangewezen.
Van den anderen kant, is, bij deze wetge
ving met Goddelijke wijsheid, betzelfde in
acht genomen, dat, door alle verstandige wet
gevers altoos als een vereischte tot liet maken
van goede wetten beschouwd is en, volgens
den aard der zakebeschouwd moet wor
den. Deze wetten namelijk zijn geheel en al
ingerigt naar de omstandigheden van het volk
voor hetwelk zij bestemd waren. De gesteld
heid van bet beloofde land, deszelfs ligging en
de daaruit voortvloeiende betrekkingen met de
naburen, der Israëliten geschiedenis, levenswij
ze, zeden en gewoonten zijn daarbij naauwkeu-
IV Deelbladi, 121.182,
rig