23 de, en zulke voorschriftendie van verbinden de kracht zijn voor alle maatschappijen in alle eeuwenen aan alle oorden der wereld. Dat hier ook vele voorschriften van de laat ste soort moesten gevonden worden, valt, bij een weinig nadenken, ligt in het oog, al let men niet op de bijzondere hoogere bedoeling der Godheid. Immers, niettegenstaande de aangewezene verscheidenheid van aard, zeden en gewoonten welke het Israëlitische volk ken merkte en het verschil van land en tijdsom standigheden waar door hetzelve in eenen ge heel bijzonderen toestand werd geplaatst, had het niet slechts met aanverwante en naburige volken, ten aanzien van dit alles, meerder o^ mindere overeenkomst, maar ook met liet ove rige menschdom een en de zelfden oorsprong, natuur en gemeenschappelijk verblijf op de zelfde aardeveel overeenkomende regten en pligteneene gelijke bestemming tot onderlinge zedelijke volmaking, Uit deze overeenkomst nu vloeide wederom de noodzakelijkheid voort om de Israëliten vele wetten voor te schrijven die even zeer voor andere volkenj a voor het gansche menschdomtot een rigtsnoer van gedrag konden en moesten dienen. EER-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 333