3i
als hunnen Koning en beschermgodop deze
misdaad gesteld daarom nog niet, voor maat
schappijen onder eene andere regeringsvorm en
in andere omstandigheden levende, moge noo-
dig bevonden worden.
Hoe duidelijk verklaart zich de wet Levitic.
XIX, vs. 3t opgeteekendtegen bijgcloovige
waarzeggerij En hoe belangrijk is zij uit dit
oogpunt beschouwdook ter wering van soortge
lijk bijgeloof in onzen tijd en hij andere vol
ken ofschoon zij dan ook eene geheel bijzon
dere soortwelkein die vroege eeuwenhij
sommige volken in zwang gingen door de Is-
raè'liten weieens werd nagevolgdop het oog had.
Insgelijks is het verbod van de overheden te
vloeien en den Vorst des volks te verwenschen
van zulk eenen aard dat deszclfs algemeen ver
bindend gezag aanstonds in het oog loopt.
De inscherping van diepen eerbied voor den
grijzen ouderdom als een bewijs van ontzag voor
God, Levitic. XIX, vs. 32, moge, wegens de
bijzondere inrigting en regeringsvorm van het
Israëlitische Gemeenebest eene bijzondere re
den gehad hebbenvoor het aangezigt der
grijsheid zult gij opstaan en eeren het aan
gezigt des ouden en vreezen voor uwen God
is niet te min een altoos geldend pligtgebod op
de