47 verdediging der geoorloofdheid van eene soort gelijke bloedwraak, in andere en meer be schaafde maatschappijen alwaar zulk een eer gevoel niet heerscht. Hier kan menzonder vrees voor gedurige wanordede regtspleging gerust aan den openbaren regtcr overlaten, die, door geene partijdigheid of hartstogt verblind, in staat is, om de zaak bedaard te onderzoe ken, en een regtmatig vonnis van veröordee- ling of vrijspraak te vellen. Hier komen dus ook dergelijke vrijsteden niet te pas. Een ander voorbeeld kan hier mijns be dunkens, ontleend worden uit de wet der echt scheiding Deuteron. XXIV, 4. Uit den inhoud dezer wet blijkt, dat, volgens e'cn oud herkomen regtde Israëlitische mannen de vrijheid meenden te hebben, om van hunne vrouwen te scheidenwanneer zij hun niet meer bevielenof zij eenig gebrek in haar ontdekten. Deze wet keurt Mozes niet goed, maar hij laat haar echter toe. Onder een volk aan de veelwijverij gehecht, hevig van harts- togtcnwispelturig en hard van aard, kon de echtscheiding binnen gccne enge grenzen be- paald worden, in eenen tijd, waarin het alge meen gebruik nog wijd en zijd eene ruime deur voor het onbinden der huwelijken'om al ler-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 357