TWEEDE DEEL. BESCHOUWING HEB VERKLARING VAN jezus EN ZIJNE apostelen, BETREFFENDE HET. GEZAGHETWELK DE GODDELIJKE WETTEN DOOR mozes AAN HET ISRAËLITISCHE VOLK GEGEVEN IN HET CHRISTENDOM TOEKOMTi EN AANWIJZING VAN HET GEBRUIK, HET WELK ZIJ VAN DEZE WETTEN HEBBEN GEMAAKT. Het is van het uiterste aanbelang ter be hoorlijke bepaling van het bedoelde gezag der Mozaïsche wettenin eene maatschappij van Christenen, acht te geven op de verklaring van Jezus en zijne Apostelen hier omtrent en het gebruik door hen van deze wetten ge maakt. Immers aan den Stichter van het Christendom kwam het volle regt toe,om te beslissen, in hoe verre de Mozaïsche wet, door zijne volgelingen als eene regelmaat van hun gedragmoest geeerbiedigd worden. Hij had eene Goddelijke volmagt, om in het Gods- dien"

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 373