I-*
•chap bij deze beide, naburige volken lieersch-
te (c). Zij had hare bevreemding over deze
verrassende ontmoeting aan Hem te kennen
gegeven. En wanneer Hij nu uit deze hare
verwondering aanleiding nam, om haar door
een geheimzinnig gezegde en het geven der
sterkste blijken cener onverklaarbare kennis
barer geheimenallengs te brengen tot de er-
tenis zijner Goddelijke zending ter bevordering
van's menschen heilhield zij Ilem voor eenen
Profeetdie een onpartijdig scheidsman zoude
kunnen zijn over het voorname geschilpunt, 't
welk de Joden en Samaritanen tot hiertoe zoo
zeer verwijderd hield. Dit geschilpunt be
trof de plaats der openbare Godsvereering
(d). De Samaritanenhielden den Gerizim
voor den gewijden berg der aanbidding. Op
dezen berg was ten tijde van Alexander den
Grooten, onder het bewind van Sanballat een
tempel gesticht, ten gevalle van Manassc,
eenen afvalligen joodschcn Priester. Deze was
wegens zijn huwelijk met de dochter des laat-
sten van liet welk hij niet had willen afzien,
als een verbreker der wet tegen de vermenging
met afgodische volkenvan het Priesterambt
ontzet. Hij had zich te Samarie neder gezet
en werd door zijnen schoonvader met de Hoo-
ge-
Joh. IV, 7—15. 16so.