(73 y gep ii es terlij te waardigheid bij dien nieuwen tempel bekleed. Masasse had vele aanhan gers onder de Joden, die, in soortgelijke hu welijken ingewikkeld hem naar Samarie volg den (e). Geen wonder, dat de Joden dieq tempel der afvalligen met verontwaardiging, beschouwden. Door deszelfs oprigting werd nieuw voedsel gegeven aan hunnen ouden af keer van de Samaritanenoorspronkelijk eene afgodische volkplanting, welke den dienst van Israels God met dien der afgodeq vermengde. Hyu ca mus verwoestte dat Samari- taansche heiligdom. Doch men bleef op den gewijden bergalwaar het gesticht was geweest, naar oude gewoonte, de Godsdienst plegtighe- den verrigten. Ilier bij kwamdat tusschen dezen berg Gerizim en den Ebalbeide eertijds door Mozes tot Godsdienstige plegtigheid af gezonderd de stad Sichar of Sichem gelegen was. Die stad met hare omstreken, reeds door het verblijf van den Aartsvader Jacob vermaard, had daar door een heilig aanzien verkregen in het oog der Samaritanen. Deze toch beweerden van oudsgelijk Joseph us op merkt, zoo dikwijls bandit te stade kwam, ^at zij dezelfde afkomst met de Joden hadden. En hunne verhelling op die afkomst en op lief b,e- 7-it Fh Jos. Ondh. XI8.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 383