78 ruzalem, ofschoon met heilzame oogmerken op Goddelijk gezag eertijds gevestigden naar Mozes wetten ingerigt, moest dan ook eerlang ophouden. Tot onderhouding dier Mozaïsche wetten zouden zijdie zijnen gees telijken Godsdienst aannamenniet worden ver- pligt. Zoo veel ligt, dunkt mij, duidelijk in Je zus woorden opgesloten. Wij vinden dan hier den grondslag tot die leer aangaande het ge zag der Mozaïsche wetgeving in het Chris tendom, welke door de Apostelen meer opzet telijk is verkondigd en nader opgehelderd. Wanneer wij het onderwijs der laatsten met dat hunnes Meesters vergelijkenvalt het ons, die de uitkomst van s' Heilands voorspelling, na.de vestiging der Christelijke gemeente, ge durende zoo veel eeuwen als met oogen zien, des te gemakkelijker, zijnen veel beduidenden •wenk te vatten. Wij gevoelen dat alles, wat in verhand stond met de zinnelijke wijze, van God te vereeren welke uit noodzakelijkheid door Mozes wet bij de Israëliten was inge voerd en in hunne Staatsregeling als inge wevenmet die Staatsregeling zelve vervallen moest, zoude die zedelijke verbetering en ver edeling voor welke Jezus het mensdom rijp keur-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 388