(So Hén wilden noodzaken om zich té laten be snijden en de wet vin Mozes in dcrzelvér geheelen omvang te onderhouden, werd, op Voorstel van Paulus en Jacobus, door de Apostelende Ouderlingen en de gansclïe Christelijke gemeente, te Jeruzalem hij een Vergaderdaldus heslistdat inen den Chris tenen uit de Heidenen dien last, welke den Joden door alle tijden heen zoo ondragelijk Was geweest, niet moest opleggen maar huil slechts aanschrijven om zich te onthouden van het afgoden offer en de onreine zeden Welke daarmede gewoonlijk gepaard gingen» Men wilde evenwel met dit besluit niet té •kénnen geven, dat men aan het Wetboek van Mozes geen hét minste gezag ter onderwij- ï'irtg der Christenen, eii alzoo ter regeling Van hun gedrag, moest toeschrijven. Ilbt te gendeel deed Jacobus gevoelen door deze ge ruststellende aanmerking: dat Mozes pan oude tyden af in elke Stad zijne predikers had in de Sijnogen, alwaar hij op eiken rustdag gelezen werd. Dit wordt ons door Lucas verhaald in zijne Handelingen der Apostelen, Hoofdst.XV, u en 193.1. Het voorval gebeurde kort na Paulus eerste reize ter Voortplanting van het Christendom. En van ja*»:! het

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 390