U)
zeer luis te rif he wijze, openbaart. Do Romei
nen, aan welke Paulits schreef, daar zij door
hst geloof en door den doop Christenen gewor
den warenstonden niet meer onder de wet
noch onder derzelver belemmeringenharde
dwangmiddelen en bedreigingen maar zij wa
ren ouder de genade onder liet zachte en lief
derijke juk van Jezus en van deszelfs Euan-
gelische genadebedieningwaar in Hij de geloo-
vigenals kinderen Godsdoor groote beloften
door t bewijs van Gods vaderlijk mededoogen
door toezegging van hulp aan den eenenen
van vaderlijke verschoning aan den anderen
kantaanmoedigtom alle heerschappij der
zonde tegen te staan en zich ernstig op de be
trachting van alle regtvaardigheid toe te leggen.
Hoofdst. VII, -vers 1—6, gebruikt Paulüs
eene vergelijking van bet huwelijk ontleend,
hetwelk verbroken wordt door den dood des
mans, zoo dat de vrouw, na des mans dood,
re«t heeft om zich aan eenen anderen man te
n
verhinden. Hij wilde hier mede aantoonen,
dat de Christenen uit de Joden niet meer, ge
lijk te vorenonderworpen waren aan de Mo
zaïsche wet, die als 't ware gestorven was en dus
de magt van hen te gebieden te gelijk met en
door den dood van Christus (k) verloren had.
In
tic) Met en door den dood t/an Christus, Hoe ilit te verstaan