87 en hulp ter gelukkige bestrijding zijner ver keerde neiging en driften, uit zijn vleesch, dat is, zijn ligcliaara of dierlijk beginsel voort spruitende, erlangen kon (o). In dit redebeleid openbaartPaulus (vers i4) ter loops zijn gevoelen, dat de wel geestelijk is, dat is, dat zij niet alleen letterlijk en ligclia- -melijkmaar ook naar derzelver geest moest opgevolgd worden Hoofdst VIII, vers 110, vinden wij een betoog des Apostels, om aan te toonendat geen Christen eenige veroordeeling meer te vreezen bad, wanneer bij zicli door Jezus geest liet verlichten en leiden, het welk de eenige weg was ter verkrijging dier vrijspraak van zondenen dier zedelijke verbetering of heili ging (o) Vergelijk JBosveld II D. laatste stuk, bladz. 295, 296. pDeze moeijelijke plaats wordt wederom voortreffelijk uitge legd door Bosveld I D* bladz. 5o6—*337. Door het regt der wet hetwelk vervuld zoude -worden door hendie niet naar het vleesch wandelden maar naar den geestverstaat hijmijns bedunkens te regt de onderhouding van deu eisch der wetnaar deszelfs geest. „Aan de licltie Gods boven alles7' zegt hij bladz. 325 „en aan de liefde des Naasten als tot zich zeiven hing de gan- sche wet en de Propheten. Zie daar hoe door hen die niet naai t vleesch wandelden maar naar den geesthet regt der wet ver vuld wierd j als mede de reden waarom Pa u lus hier zoo in 't en kelvoudige van het regt der wet sprekedaardoor aantoonende dat hij niets me er dan de ziel en den geest van die wet bedoelde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 397