93
Indien dan de Christen niet verpligt moet wor
den tot onderhouding van Mozes wetmaar
zijne gunst bij God, zijne vergiffenis, zijne
deugd, zijn geluk alleen kan verkrijgen door ge
loof in Jezus; indien dit liet eclrte nakroost van
Abraham is, hetwelk dezen vader der gcloo-
vigen navolgt in onbepaald vertrouwen op de
wijsheidheiligheid en liefde der Goddelijke
schikkingen tot zijn gelukmaar zich niet on
derwerpt aan de wet door God eertijds aan
Mozes gegevenwaartoe diende dan toch die
wet waarom kon men dan niet altoos met
zulk eene navolging van Abrahams geloof
volstaan? Wat is dan het doel geweest der
Goddelijke wetgeving op Sinai?
Deze vraag, welke mij voorkomt dat Paü-
ïAts voor den geest heeft, Hoofdst. III, vers
19, beantwoordt hij in het vervolg zoo, dat
hij een belangrijk licht verspreidt over de voor
treffelijke zedelijke waarde en strekking van
Mozes wetboek. Deze zedelijke waarde en
strekking toont hij ten duidelijksten aan (r)
door te verklaren dat de. wetom der over
tredingen wilden Israëliten was toegevoegd,
tot dat de Nazaat zoude gekomen zyn
op welken de heilbeloften aan Abraham ge
daan
(r) v. 19, rerg. r. 6.