94 daandoeldennamelijk Christus Uit liet recleverband blijktdat bij bier mede wil te kennen geven, dat de zedenverbastering onder liet nakroost van Abraham in Egijp- te dermate was toegenomendat zij door znlk eene wet naar den toemnaligen toestand des menscbdoms geschiktvoor een volkomen ver val van zeden moesten worden behoed. Door deze wet moest bet volk zoodanig in tucht ge houden worden, dat het allengs werd voorbe reid voor die zedelijke hervorming welke door den beloofden Verlosser der wereld zoude wor den daargesteld, en voor het genot dier uit nemende geestelijke zegeningen, welke door het geloof in Hem thans alleen te verkrijgen Waren. Van hier dat hij schrijft vers 23, 24: doch eer het geloof Icwam waren wij onder de wet in bewaring gestald (daar onder) beslo ten zijnde tot op het geloofdat geopenbaart zoude worden. Zoo dan de wet is onze tucht meester geweest tot Christus, of onze ojrvoeder en leidsmanin den jeugdigen staat onzes volks die ons tot Christus bragt en voor de komst van dien oppersten leidsman en wetgever voor bereidde; op dat wij uit den geloove zouden geregtvaardigddat is, door het geloof in Christus vrij gesproken worden van de straffe der Vergelijk vers 16.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 404