96 I worpen waren geweest, ontheffing van derzel- ver vloek noodig. Deze ontheffing was door Christus uitgewerkt. Door zijne komst wa ren tevens de Joden nu geheel ontslagen van de verpligting tot de te voren vereischte op volging der Mozaïsche wetzoo dat zij onder dezelve niet meer als kinderen onder den tucht meester stonden. Het gevolg hiervan was dat van nu aan Abrahams zegen op hen en alle overige geslachten der aarde neder daalde door Christus Jezus, zoo dat door het geloof in dezen grooten nazaat van dien edelen stamvader der Israêliten, de belofte des geestes de beloofde vernieuwing, hervorming, veredeling van geest naar het deugden-beeld des Hcmelsclien Vaders, als het grootste heil dat het menschdom kon ten deele vallen, te verkrijgen was. Zie daar dan de schoonste vruchten van de afschaffing der Israëlitische wet, vruchten die niet tot die rijpheid hadden kunnen komen, zoo niet de nakomelingschap van Abraham eenige eeuwen onder de tucht dezer zelfde wet ware gesteld. Door middel van deze tucht eener Goddelijke wet was de kennis en beoefening van ware Godsdienst en van goede zeden onder hen aangekweekt; de zedenverbastering onophoudelijk te keer ge gaan; wanneer dit kwaad tenhoogsten toppe ge- klom-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 406