(98)
uit deze vrijheid aanleiding te nemen, om
hunne zinnelijheid tonmeloos op te volgen
den teugel te vieren aan soortgelijke onbeta
melijke driften, lusten, neigingen, als hij
berispt, vers i5, en opzettelijk breeder opnoemt
vers 1922. Hij herinnert hun daarentegen
hunne verpligting om malkander lief te heb
ben als zich zeivenen alzoo een der voor
naamste en vruclibaarste zedelijke grondregels
van Mozes wet onveranderlijk aan te kleven
en op volgen. Want, zegt hij de geheele wet
wordt in een woord vervuld, in dit: Gij zult
uw, n naasten liefhebben als u zeiven (f).
Hij stipt hier slechts aanhet geen hij elders
in zijnen brief aan de Rom. Hoofdst. XIII
vers 7to en in zijnen Brief aan de Corinthers
Hoofdst. XIII, meer uitvoerig betoogt, dat
men in zijn gedrag jegens zijnen medemensch,
dat voorschrift der mensclicnliefdcin Mo-
zns wetboek ingescherpt en tot een grondslag
van alle bevelen van onderlinge pligt betrach
ting gelegdslechts had na te komenom alle
ondeugd te vermijden en allerlei deugd vol-
vaar-
(l) Dezelfde geest straalt door in dit zijn gezegde, 6: In
Christus jszvs heeft noch besnijdenis eenige Iracht noch
voorhuid, maar het geloof door de liefde werhejidewaai^-
xuede de beoefening der liefde doet voorkomen, els de bedoek*
de uitu*rkiog der wreeniging met Cbaiitu* door het geloof.