"6 wet behagen te scheppen na den inwendigen mensch[vers 2 2]met het verstand of den geest de wet Gods te dienen [vers 25 verg. yers 6] en dat alles in een verband gelijk wij boven zagen, waarin bij zoo zeer ijverde te gen de joodscbe dwalingen, rakende de onder houding der wet. Verg. VIII, 4, en de te vo ren gegevene opheldering dezer plaats. Op dezelfde wijze toont ook de Apostel in zijnen eersten brief aan Tim. de zedelijke strek king, waarde en bedoeling der wet aan. H. 158 en volgg. waaromtrent ook boven reeds bet noodigc ter verklaring gezegd is. In zijnen tweeden brief aan Tim. legt Paulus eenc Heerlijke getuigenis af van de schrif ten des ouden verbonds, als van uitnemende nuttigheid zijndeom den mensch wijs te ma- hen lot zaligheid door hel geloof in Christus Juzus. Hij zegt, dat alle schrift van God ingegeven ook nuttig is ter leer ingbestraffing te regt wijzingkort omter oefening in do deugd. Deze getuigenis van de heilige schriften des ouden verbonds in 't algemeen ge geven, is dus ook toepasselijk op de wet van Mobbs. Niemand kan met regt twijfelen of hier de schriften des ouden verbonds bedoeld zijn, Bladz. 89.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 426