"9 TWEEDE AFDEELING. onder liet oog, dat men de wet der liefde niet slechts gedeeltelijkmaar geheel betrachten moest, zoo men niet schuldig wilde staan aan de overtreding der weten maakt gebruik van het Goddelijke gezag der Mozaïsche grondwet; om hun deze stelling aannemelijk te maken en die te gelijk oj) te helderen. JVant die ge zegd heeftschrijft hij, gij zult geen overspel doen, die heeft ook gezegd: gij zult niet dood slaan. Indien gij nu geen overspel doetmaar doodslaat, zyt gij een overtreder der wet. Deze redevoering besluit hij, (vers 12,) met deze lesspreekt alzoo en doet alzooals die door de wet der vrijheid zult geoordeeld wor den. Wil men oordeelkundig te werk gaan dan kan men, naar mijn inzien, in dit verband, door de wet der vrijheid niet anders verstaan, dan die zelfde koninklijke wet der liefde, wel ke hij hun zoo even met terug wijzing op de Mozaïsche grondwet, had bevolen, in haren ganschen omvang te betrachten, Aanwy zing van het zedelijke gebruikdoor Jezus en zijne Apostelen van Mozes wet ten gemaakt. I11 de vorige Afdecling bepaalden wij onze aan-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 429