I29 Sabbathverbodene bezigheid. Dat zulk een onbarmhartig verbod nimmer door Mozes wet gegeven wasmaar integendeel de beoefening van barmhartigheid en menschlievendheid als een eerste pligt daar in was voorgcsclirevcn beweert Jezus. Ook de wet, die een rustdag voorschreef, was uit barmhartigheid ter ver kwikking van den mensch gegeven. Zoo ver re was het er van daandat daar door de no dige werkzaamheid tot het stillen van den hon ger, het genezen van eenen kranken en der gelijke zoude verboden zijn. Dit moest bij do verklaring cn toepassing der wet omtrent den Sabbathen over bet algemeenbij de uitleg ging der wet van Mozes wel degelijk worden in liet oog gehouden. Dit bad David begre pen toen hij hongerende de toonbrooden van de priesters had begeerd. En deze waren van bet zelfde begrip geweest, daar zij hem die, in den noodhadden toegestaan. Ook strekt zich bet verbod van te arbeiden op den rust dag niet tot noodzakelijke bezigheid uit. Want anders moesten de Priesters, op den rustdagf ook hunne dan gevorderde werkzaamheden niet verrigten. Soortgelijke handelwijze, door bet "gezond verstand zoo zeer gebillijktvolg den anders die bedilzuchtige Pharizeen zelve, wanneer zij een in de gracht gevallen beest, 9- °P

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 439