i3o den Sabbath, daar nit hielpen. En hoe veel g rooter waarde had een mensch! Weshal ve liet hoogst onbarmhartig en dwaas was te verbieden, dat een mensch, op den Sabbath, genezen mogt worden. Vergelijk Marc. II, 23 tot III, 5, Luc. VI, iïi- XIII, i317. De verklaring van Jezus strookt met die der Profeten volgens Hosea VI6, Mich. VI, 68. Vergelijk Math. IX, i3 en XXIII23, Lnc. XI, 42, alwaar insgelijks de barmhartigheid Wordt voorgesteld als met den geest der wet zoo' zeer overeenkomstig, dat hare verwaar- loozing door geen offer kon worden goed ge maakt, en hare beoefening door geene wet mogt worden gehinderd. Daar, waar Jezus tegen de ligtzinnige echt- scheidingén, hoedanige onder de Joden in zwang gingen, ijvert, draagt hij wel zorg, om hqt gezag van Mozes, wiens wet zulke eclit sclieidingcn toelietniet te 11a te komen maar merkt die toelating aan als om de hardigheid des harte, ter voorkoming van grooter kwaad, geschied. Ilij grondt tevens zijn verbod dier willekeurige echtscheidingen op de Mozaisclie wet, welke het overspel verbiedt; ten duide- Ifjken blijke, hoe zeer zijne zedeleer met die wet overeenstemt, daar uit is afgeleid en der-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 440