DER-
«3i
zeiver gezag handhaaftMath. XIX, 3g, Mare.
X,2—12. Joh. VII, ïg verwijt Jezus den
Jodendat zij de wet van Mozes niet hielden
dewijl zij hem zochten te dooden. Hij maakt
dus hier gebruik van het gezag van Mozes
wetdie het doodslaan verbiedtom hun het
zedelooze van hunnen doodelijken haat jegens
Hem onder het oog te brengen, en hen door die
Wet, als door eene uitspraak van den Hemel-
schen Regtervan het God onteerende en straf
waardige van zulk eenen hevigen afkeer van
hem te overtuigen.
Vervolgens bewijst Hij hun, uit die zelfde
wet van Mozes dat het ongerijmd was te
stellen dat Hij misdeed met eenen mensch op
den Sabbath te genezendaar de besnijdenis
volgens hunne eigene toestemming, op den Sab
bath somtijds geschieden moestwanneer op
denzelven de achtste dag van de geboorte van
eenen zoon inviel. Deze redenering besluit de
Heer met hen te vermanen tot een regtyaar-
dig oordeel. Hij schijnt henbij deze verma
ning, te rag te Avijzen op Deut. I