«33 wordt voortreffelijk opgehelderdin de aanmer king van Perponciier, Lij de Nederd. vert. van Michaëlis overzetting dezer woorden uit Deuteronomium. Zoo maakte de lieerLij die zelfde gelegen heid nog gebruik van eene andere wet van Mozes Deut. VIi315 en X, 20, die hoofd zakelijk hier op neder komt: Den Heer Uwen God zult gij aanbidden of huldigen en hem al leen dienen, om de hoogmoedige verleiding des Satans te wederstaan, die Hem alle Koning rijken der wereld beloofdeindien hij Hem wil de aanbidden of huldigen, Math. IV, 10. Ilebr. II, 2, leidt Paul.es daaruit, dat alle overtreding van het woord door de Engelen gesproken waardoor hij ongetwijfeld de open baring des Ouden Verbonds en in 't bijzonder de Mozaische wet bedoelt, regtvaardige vergelding ontvangen had, deze gevolgtrekking af: dat veel minder de Christenen de straf ontvlieden zullen, wanneer zij op zoo groote zaligheid geen acht gevenweldeeerst door den lieer Jezus zeiven verkondigdaan hun bevestigd was geworden door de gene, die hem gehoord hadden, God boven dien mede getuigende door teekenen en wonderen en menigerlei krachten en bedeelingen des Heiligen Geestesnaar zij nen t

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 443