i3g Eerbied voor tie Overheid als eenen schuldi- gen pligt staaft PAuLUs met eene plaats uit de rvet van Mozes Hand. XXIII5. Hier wordt verhaald, hoe PauLUs voor denJoodschen raad, toen de Hoogepriester Ananias hem be volen had op den mond te slaan gezegd had: God zal u slaan gij gewitte wand: maar op de vraag der omstanders: schelt gy den Hooge priester Godsgeantwoord had: ik wist niet, mijne broeders dat het de hoogepriester was: want daar staat geschrevenden Oversten uwes Folks zult gy niet vloeken. Hij doelde hiermede ongetwijfeld op de wet van Mozes Exod. H. XXII 28. De verzorging van hendie zich toewijden aan den arbeid ter bevordering van de goede zaak des Christendoms, wordt, met stelregels uit de wet van Mozes ontleend, aanbevolen. Math. X,io, voert de Zaligmaker, zoo het schijnt met terug wijzing op de wet van Mo zes den stelregel aan de arbeider is zijn voed sel waardig(/ra)om zijne zendelingen gerust te stellen, wegens de opofferingen, welke zij, ter voldoening aan hunnen last, zich zonden moe- (m) Die stelregel althans wordt ook door Mozes gevolgd Dcut. XXV, 4, en op dezelve is de wet Levit. XIX, i3 9 Deut, XXI Vj l4 gegrond. Men vergelijke de volgende aanmerking.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 449