INLEIDING. Veelvuldig is liet nuthetwelk onseiken dag Van ons tegenwoordig leven, eene vlijtige be oefening der Wetenschappen verschaft. De kun digheden, met welke zij ons beloont, kunnen ons schier eiken oogenblik en in allerlei omstan digheden te stade komen. Den Jongeling strekt zulk eene beoefening tot opscherping den Grijs aard tot verlustiging. Zij is een sieraad van den voorspoed en in tegenspoed verleent zij ons toe- vlugt en troost. Te huis vermaakt zij ons en buiten is zij ons niet hinderlijk. De schatten, met welke zij ons verrijkt, overnachten met ons waar wij ons ook bevinden en verzeilen ons op reis en oj> het land Tot aanbeveling van de Wetenschappen en hare beoefening is dit duizendmalen aangevoerd en de ondervinding heeft het (a) Cicero Orat, pro Archia C. III,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 45