i-r>i moesten lieeten maakte Jen zeevarenden handel voor de Jsraêliten onnoodig. De ligging des Is- raëhtischen lands was zoodanig, dat de inwoners door deze naburen, die koren en wijn bij hen zochten, en door de Karavanen van kooplieden die uit Asie en Afrika reisden en hun andere voortbrengsels der natuur afnamen hunne wa ren gemakkelijk slijten konden ofschoon zij zelve den handel niet dreven. De groole vrucht baarheid van den Israelitiscben grond leverde zulk eenen overvloed van veldgewassen op«lat de opbrengst van verschillende tienden voor de Leviten, voor de Offermaaltijdenen in Ialeren tijd, ook voor den Koning, geen ondragelijk be zwaar kon veroorzaken. Eindelijk was de He melstreek zoo heet, dat de dronkenschap onder dezelve, de verschrikkelijkste gevolgen bad, en dus met zwaarder straffen dan eldersmoest worden beteugeld. Wegens deze heete lucht streek kon ook het verbod van op den Rustdag Vuur aan te steken, aldaar zonder nadeel wor den gedaan insgelijks het verbod van op dieri dag spijze te bereiden en te koken, dewijl men wegens de hitte des daagseerst des avonds d& hoofdmaaltijd haden dus des middagsvoor den Rustdag, die met zonnen-ondergaug aan ving, het noodige bereidenkon voor een avond maal

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 461