i59 liet Israëlitisch wetboek oyeral ingeweven. De ze zedelijke bevelen dns, die als loutere natuur wetten, toL welker onderhouding alle menschea even zeer verpligt zijn, reeds uit haren eigenen aard,een onmiddelijk verbindend gezag, in eene maatschappij van Christenen bezitten ontlee- nen nog hooger aanzien van haren Goddelijken oorsprong en het verheven doel, waartoe zij van Godswege den Israeliten gegeven zijn. Of le vert deze Goddelijke oorsprong geenen waarborg op voor de onfeilbaarheid der zedelijke grond beginsels door deze Mozaische wetten ingeboe zemd? Wie kende de wet der natuur cn derzel- ver drijf.vederen zoojuist, als Hij, diedesmen- schen geest in zijn binnenste vormde? En op welken Wetgever kan men zich veiliger verlaten dan op den Heiligen en Volmaakten, die, ook in het geven Zijner wetten, Zijne deugden niet yerlochenen kan Menschelijke zedeleer moge dikwijls falen op bedriegelijke gronden ge bouwd wordeu op verschillende en geheel te genstrijdige wijzedoor verschillende wijsgee- ren cn zedeleeraars worden voorgesteldzij mogen soms maar al te duidelijke kenmerken dragen van de korlzigtigheid van het verstand en dcizelver verbaslering van bet hart zelfs der voortreffelijkste zedemeesters j geene dooling, geene

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 469