>6o geene misvatting geen twijfelgeen vlek van dien aard kan men, of laat mij liever zeggen, mag men vooronderstellen in de Goddelijke ze- dewetlen door Mozes beschrevenwanneer men eens van derzelver hemelschen oorsprong overtuigd is. Eu hadden deze wetten niet slechts de zedelijke beschaving der Israëliten, maar ook langs dezen wegdie van de overige volken der aarde ten doel 3 welk een hoog gezag en verhe ven aanzien behooren zij dan niet, in eeneChris telijke maatschappij te hebben Ofschoon zij uit haren eigenen aard reeds zoo veel eerbied waardig zijn, vereischen zij daar en boven een onbepaald vertrouwen, de diepste hoogachting en onderwerpingals algemeenc grondslagen van zedelijkheidop welke de stempel der God delijke goedkeuring is gedrukt, en die, ook als Goddelijke bevelengenoegzaam onmiddelijk het Christendom raken. En dat zij ook als zoo- danige, door Jezus en zijne Apostelen werden beschouwd blijkt duidelijk uit hunne boven aangehaalde verklaringen omtrent het gezag de zer wettenen uit het gebruik hetwelk zij er van maakten als van Godsprakenwel in de eerste plaats tot de oude Israëliten gerigt, maar tevens ook regtstreeks het ganschc menschdoni betreffende. Zulk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 470