i63
s
Het is wel zoo, (lat deze Israëlitische volks-
wetten voor geenc Christen maatschappij ver
bindend zijn. Dit zijn zij evenmin als de wet
ten van Solon, van Lijcurgus ofdeRomeinsche
voor andere volken en staten, dan voor welke
zij eigenlijk gegeven zijn, verpligtend kunnen
gerekend worden. En deze aanmerking geldt,
niet slechts voor deze soort van wetten, welke
wij thans beschouwen maar voor het gansehe
wetboek van Mozes. Wantofschoon wij in
hetzelve meer algemeen geldende zedelijke voor
schriften van andte, meer nationale, duide
lijkheidshalve ter opheldering van derzelver
verschillend aanzien en gebruik in het Christen-
tendom onderscheiden, zoo belmoren toch, ei
genlijk gesproken de eerste zoo wel als de
laatste tot de Israëlitische volkswet. Dit is door
velen in het helderste daglicht gestelden valt
bij eene aandachtige beschouwing van dit wet
boek zelf en der geheele geschiedenis dezer wet
geving, aanstonds in het oog. De gansehe wet
geving op Sinai geschiedde toch hij wijze van
een volksverdrag, hetwelk de God der gansehe
aarde slechts met de Israëlitische stammen aan
ging, op dat die Hem tot een eigendom zou
den zijn uit alle volken. De afkondiging der
grondwet werd door Jehova zelve ingerigt tot
dat