'6a
deleer en het zuiverste regt. Door deze wordt
men somtijds daar, alwaar men zulks het minst
verwacht, opmerkzaam gemaakt op kleine bij
zonderheden welke van bet grootste aanbelang
voor de zedekunde zijn, doch maar al te dik
wijls worden over het lioot'd gezien. De oudheid
en vreemdheid dezer Israëlitische volkswettea
geeft hier aanleiding tot vele ongewone inzigten
en haar Goddelijke oorsprong zet aan de ze
delijke leeringen, die in haar liggen'opgesloten,
dezelfde achtbaarheid bijwelke de meer open
lijke uitspraken der zcdcwet daarvan ontlce-
nen. Iloudt men nu hierbij tevens weder in het
oog, dat de Goddelijke wetgeving van Mozes
ten verheven doel had: de oprigting van eenen
staat' aan de dienst des eemgen waren Gods ge
wijd ter wering der onder het nienschdom alom
heerschende afgoderij en zedeloosheid en ter
verspreiding der echte Godsvereering en deugd
betrachting ook onder andere volken zoo
hebben deze Staatswetten van Israël, welke met
dat doel in het schoonste verhand staan, ook
deswegens cene geheel bijzondere strekking tot
oplujstering der ware grondbeginselen van regt
en zedelijkheid. De wijsgeerige beoefening de
zer oude volkswcttcnmoet gevolgelijk tot dat
einde eca licht verspreiden, hetwelk geen an-
S der